5.1Vlaamse deelname aan Horizon 2020

In dit hoofdstuk wordt de Vlaamse deelname aan Horizon 2020 geanalyseerd, het Europese subsidieprogramma voor Onderzoek en Innovatie in Europa voor de periode 2014-2020. Horizon 2020 is een belangrijke pijler van de Innovatie Unie, gericht op het verbeteren van de mondiale concurrentiepositie van Europa. Het programma heeft specifiek als doel het Europese beleid op het gebied van onderzoek en innovatie beter af te stemmen op de economische en sociale ambities van de Europese Unie zoals geformuleerd in de EU2020-strategie.
Horizon 2020 is een competitief financieringsprogramma, waarbij de toekenning van subsidies rechtstreeks door de Europese Commissie gebeurt via de selectie van geschikte projecten op basis van excellentie. De EU maakt voor dit programma 74,8 miljard euro vrij voor de volledige periode.


De gegevens gebruikt in dit rapport werden betrokken uit de databank die de Europese Commissie via het elektronisch platform e-CORDA ter beschikking stelt aan geautoriseerde gebruikers van landen die deelnemen aan Horizon2020. Het gaat hier over de tussentijdse status van de databank op datum van 8 oktober 2020. Op dat moment is ongeveer 82% van het totale voorziene deelnamebudget toegewezen. De gegevens over de Vlaamse deelname aan eerdere kaderprogramma’s werden gehaald uit vorige analyses1.

De Vlaamse deelnemers worden ingedeeld in de volgende categorieën:
1.    bedrijven;
2.    universiteiten en hogescholen;
3.    onderzoekscentra: hier onderscheiden we de Vlaamse Strategische Onderzoekscentra – SOC’s2  (Flanders Make, IMEC, VIB en VITO), de collectieve centra (bvb. Centexbel en SIRRIS) en de “andere wetenschappelijke instellingen” (bvb. ITG, VKI en VLIZ). 
4.    overige instellingen, waaronder overheidsinstellingen, non-profit organisaties, EEI’s, internationale organisaties, GCO’s en andere instellingen die niet in de voorgaande categorieën thuishoren. Tot deze groep worden ook de Vlaamse speerpuntclusters (bvb. Flanders’ Food, SIM, VIL) gerekend.

Naast deze categorieën worden de begrippen “Vlaanderen”, “Wallonië” en “Brussel” gehanteerd. Deze begrippen worden afgebakend zoals hieronder aangegeven.

Bij “Vlaanderen” horen:
•    de bedrijven met hun zetel in het Vlaamse Gewest;
•    de universiteiten en hogescholen die ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap, daarbij inbegrepen de instellingen die zich bevinden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
•    de onderzoekscentra die zijn gevestigd in het Vlaamse Gewest;
•    de deelnemers uit de categorie “overige instellingen” die zich bevinden in het Vlaamse Gewest, daarbij inbegrepen de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigde instellingen die rechtstreeks onder Vlaamse bevoegdheid vallen.

Bij “Wallonië” horen:
•    de bedrijven met hun zetel in het Waalse Gewest;
•    de universiteiten en hogescholen die ressorteren onder de Franse Gemeenschap, daarbij inbegrepen de instellingen die zich bevinden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
•    de onderzoekscentra die zijn gevestigd in het Waalse Gewest;
•    de deelnemers uit de categorie “overige instellingen” die zich bevinden in het Waalse Gewest, daarbij inbegrepen de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigde instellingen die rechtstreeks onder Waalse bevoegdheid vallen.

Bij “Brussel” horen:
•    de bedrijven met hun zetel in het Brussels hoofdstedelijk Gewest;
•    de onderzoekscentra die zijn gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
•    de deelnemers uit de categorie “overige instellingen” die zich bevinden in het Brussels hoofdstedelijk Gewest.

Bij “Brussel” worden dus alle deelnemers uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gerekend, uitgezonderd:
1.    de deelnemers uit de categorie “universiteiten en hogescholen”: die werden aan “Vlaanderen” resp. “Wallonië” toegekend;
2.    de deelnemers uit de categorie “overige instellingen” die onder Vlaamse resp. Waalse / Franse Gemeenschapsbevoegdheid vallen: die werden aan “Vlaanderen” resp. “Wallonië” toegekend.

De toewijzing van de deelnames aan de respectievelijke gewesten gebeurde op basis van het adres van de deelnemer.

 

1 Zie http://www.ewi-vlaanderen.be/cijfers-en-indicatoren/vlaamse-deelname-aan-europese-financieringsprogrammas-2007-2013

2 Met de ondertekening van de notariële akte van de fusie op 22 september 2016 werd iMinds vzw officieel ontbonden en geïntegreerd in Imec.

Lees verder