Onderstaande printversie van het indicatorenboek werd door uw browser gegenereerd, en zal niet steeds optimaal ogen. Via de ingebouwde printfunctie op de website van het Indicatorenboek (ronde knop rechts bovenaan) kan u een printvriendelijke PDF genereren met mooi ogende lay-out.
2.2.2Uitgaven voor interne O&O volgens sector
Men kan de O&O-activiteiten op verschillende manieren toekennen aan een sector. Enerzijds kan men kijken naar de sector van de O&O-activiteiten, anderzijds naar de sector van de hoofdactiviteit van de onderneming die ze uitvoert. Zo zijn er, bijvoorbeeld, groepen die hun O&O-activiteiten voor een belangrijk deel concentreren in hoofdkantoren. De NACE-code voor de hoofdactiviteit van deze entiteiten is dan die van ‘hoofdkantoren’ (en hun O&O-uitgaven worden dan meegeteld bij de sector van deze hoofdactiviteit), terwijl het gebruik van de NACE-sector van de bedrijfstak van de ondernemingen waarvoor hun onderzoeksactiviteiten gebeuren, leidt tot de schatting van de uitgaven volgens O&O-sector (vb. voedingsindustrie, chemische industrie, vloerbedekkingsindustrie, auto-industrie, …). Men kan ook sectoren bepalen aan de hand van de hoofdactiviteiten van de statistische onderneming, welke een samenhangende groep wettelijke eenheden met eigen ondernemingsnummers kan zijn. Aangezien de Europese Commissie sinds referentiejaar 2021 statistieken voor deze classificatie publiceert, rapporteren we ze hier ook.
Figuur 1a en Figuur 1b geven respectievelijk de verdeling weer van de uitgaven voor interne O&O in 2020 en 2021 over de sectoren van de O&O-activiteiten (op de website en in publicaties van Eurostat wordt hiervoor de term "product field" gebruikt). We zien voor beide jaren grotendeels hetzelfde patroon. Koploper is duidelijk Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21), gevolgd door de hightech sectoren Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen (NACE 59-63, 71), Informatica/Elektronische en optische producten/Elektronica (NACE 26-27), en Machines/Voertuigen (NACE 28-30). Deze vier groepen samen vertegenwoordigen ruwweg drie kwart van de uitgaven voor interne O&O van de ondernemingen in Vlaanderen.
Figuur 1a. Uitgaven voor interne O&O in 2020 volgens O&O-sector
Figuur 1b. Uitgaven voor interne O&O in 2021 volgens O&O-sector
Figuur 2a en Figuur 2b geven respectievelijk de verdeling weer van de uitgaven voor interne O&O in 2020 en 2021 over de sectoren van de hoofdactiviteit van de ondernemingen. Opnieuw zien we dat de patronen over beide jaren heen sterk gelijkend zijn, maar ze verschillen wel ten opzichte van de verdeling over de sectoren van de O&O-activiteiten (Figuur 1a en Figuur 1b): het aandeel van Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21) neemt af, terwijl het aandeel van Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72), van Groot- en detailhandel (NACE 45-47), en van Overige diensten (NACE 49-58, 64-70, 73-99) toenemen. Dit kan verklaard worden door het fenomeen dat heel wat O&O-activiteiten ten dienste van bepaalde sectoren uitgevoerd worden door, enerzijds, ondernemingen waarvoor deze O&O-activiteiten zelf hun hoofdactiviteit vormen (NACE 72), en, anderzijds, door hoofdkantoren (NACE 70.10), holdings (NACE 64.20), of entiteiten wiens hoofdactiviteit groothandel is (NACE 46). Met name wanneer het gaat om O&O-activiteiten ten dienste van Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21), gebeuren die voor ongeveer een derde van de totale uitgaven ten dienste van deze sector in dergelijke gespecialiseerde O&O-ondernemingen, hoofdkantoren, holdings, of ondernemingen met als hoofdactiviteit groothandel. Met andere woorden, de NACE-code voor de O&O-activiteiten is dan 20-21, maar wanneer we kijken naar de NACE-code voor de hoofdactiviteit van de ondernemingen die deze O&O uitvoeren, dan zitten zij bij de groepen Groot- en detailhandel (NACE 45-47), Overige diensten (NACE 49-58, 64-70, 73-99), of Productiehuizen/Telecom/ICT/ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72).
Al naargelang we ondernemingen klasseren volgens de NACE-code van hun hoofdactiviteit dan wel die van hun O&O-activiteiten, zien we verschuivingen. Echter, ook bij de classificatie volgens de hoofdactiviteit van de onderneming, zien we dat ongeveer drie kwart van het totaal van de uitgaven voor interne O&O van de ondernemingen in Vlaanderen gebeurt door vier groepen van hightech sectoren: Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21), Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72), Informatica/Elektronische en optische producten/Elektronica (NACE 26-27), en Machines/Voertuigen (NACE 28-30).
Figuur 2a. Uitgaven voor interne O&O in 2020 volgens sector van de hoofdactiviteit van de onderneming
Figuur 2b. Uitgaven voor interne O&O in 2021 volgens sector van de hoofdactiviteit van de onderneming
Figuur 3 geeft de verdeling weer van de uitgaven voor interne O&O in 2021 over de sectoren van de hoofdactiviteit van de statistische onderneming. Voor de aanmaak van officiële statistieken vraagt Eurostat om vanaf referentiejaar 2021 binnen sommige ondernemingsgroepen meerdere ondernemingsnummers samen te nemen en te beschouwen als één enkele onderneming (in wat volgt gebruiken we hiervoor de term “statistische onderneming”), voornamelijk in het geval wanneer sommige van de entiteiten van deze groep louter binnen de groep actief zijn (bijvoorbeeld wanneer zij louter dienstverlening voor de groep verzorgen). In eerste instantie vroeg Eurostat dit om een inflatie in de cijfers voor omzet tegen te gaan (sommige groepsleden met een eigen ondernemingsnummer publiceren immers een cijfer voor omzet, maar dat cijfer is enigszins artificieel en wordt louter bekomen door transacties binnen de groep, niet door activiteiten op de markt zelf). Vervolgens vroeg Eurostat om deze aanpak te veralgemenen voor al haar bedrijfsbevragingen. Sommige lidstaten gebruikten deze aanpak al bij de aanmaak van bedrijfsstatistieken voor vroegere jaargangen, maar dat was niet het geval voor België en haar gewesten waar in vroegere jaargangen alle entiteiten met een eigen ondernemingsnummer telkens apart werden beschouwd.
Bij de nieuwe aanpak waarbij we werken met statistische ondernemingen zien we dat de patronen enigszins verschillen van wat we bekomen wanneer we elke entiteit met een eigen ondernemingsnummer apart beschouwen. Vergeleken met Figuur 2b nemen de aandelen van Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21), Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72), en Informatica/Elektronische en optische producten/Elektronica (NACE 26-27) af in Figuur 3, terwijl die van met name Groot- en detailhandel (NACE 45-47) en in mindere mate Overige diensten (NACE 49-58, 64-70, 73-99) toenemen. Daar waar bij sommige ondernemingsgroepen bij rapportering op niveau van individuele ondernemingsnummers (Figuur 2b) de resultaten voor O&O gespreid werden over meerdere sectoren, worden bij de rapportering op niveau van statistische ondernemingen (Figuur 3) de resultaten voor zulke ondernemingsgroepen maar bij één sector gerapporteerd, die van de dominante entiteit binnen de set van samengenomen ondernemingsnummers binnen de ondernemingsgroep. Bijvoorbeeld, wanneer voor een bepaalde groep de resultaten worden samengenomen over groepsleden die louter diensten verlenen binnen de groep (bv. O&O-diensten, administratieve diensten) plus een dominant groepslid waar de toegevoegde waarde vooral afkomstig is van groothandel, dan worden alle activiteiten van deze statistische onderneming toegekend aan de sector groothandel. Bij de rapportering op niveau van statistische ondernemingen worden voor sommige ondernemingsgroepen dus nuances binnen de ondernemingsgroepen weggelaten (bv. met eigen groepsleden die gespecialiseerd zijn in O&O voor de groep). We geven de resultaten volgens statistische onderneming enkel weer voor referentiejaar 2021, omdat deze manier van rapporteren pas vanaf dan verplicht is vanuit Eurostat. Wanneer men wil vergelijken met resultaten van andere lidstaten dient men in het achterhoofd te houden dat dit soort van verschuivingen ook kunnen voorkomen in de cijfers van andere landen voor 2021.