5.2.3IPCEI (Important Projects of Common European Interest)

Naast de klassieke netwerken heeft VLAIO in 2022 steun vastgelegd aan projecten binnen het IPCEI-initiatief.

Via IPCEI-projecten (Important Project Common European Interest-IPCEI) wil de EU de lidstaten stimuleren om middelen te bundelen in grote projecten die bijdragen aan de concurrentiekracht van de Unie in zijn geheel en aan de grote maatschappelijke uitdagingen. Europa voorziet geen rechtstreekse projectfinanciering maar biedt de lidstaten de mogelijkheid voor een ruimere toekenning van staatssteun. Goedkeuring door de EU na notificatie is vereist.

De Commissie vraagt een engagement van de bedrijven om voldoende middelen in te zetten, maar wil geen projecten goedkeuren die zonder staatssteun ook zouden doorgaan. Daarom worden enkel projecten aanvaard met een duidelijk marktfalen, wat vaak van toepassing is bij transities. De staatssteun wordt beperkt tot wat proportioneel en vereist is, op basis van een funding gap analyse.

IPCEI-projecten omvatten financiering van O&O&I maar ook financiering van een eerste industriële ontplooiing, wat vrij uniek is. Daarnaast kunnen ook milieu-, energie- of vervoersprojecten gesteund worden, mits deze van groot belang zijn voor de strategie van de Unie.

In België gebeurt de indiening van een notificatie op federaal niveau, maar wordt de financiering primair toegekend vanuit de regio’s. Daarom wordt gewerkt met een evaluatiecomité samengesteld door vertegenwoordigers vanuit de regio’s met coördinatie vanuit FOD-economie. In sommige IPCEI ’s neemt de federale overheid ook deel als steunverlener.

Vlaanderen heeft deelgenomen met steunverlening in vier thematisch gedefinieerde IPCEI’s.

Lees verder

IPCEI-batterijen

Elektrificatie is een belangrijke stap in de transitie naar een klimaatneutrale economie. Hier wordt een sterke toename in verkoop van batterijen verwacht in een markt die vandaag volledig gedomineerd wordt door de VS en Azië. Het doel van de IPCEI-batterijen is om een waardeketen uit te bouwen voor productie van batterijen, i.h.b. voor toepassing in elektrische voertuigen. De intentie is om een stimulans te bieden om deze economische activiteit niet te missen, maar het voornaamste doel is toch om een te sterke afhankelijkheid van Azië en de VS te vermijden, i.h.b. voor de Europese autobouwers.

Het consortium bestaat uit België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Kroatië, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Spanje en Zweden. Voor België nemen Vlaanderen, Wallonië en Brussel deel.

Vlaanderen is toegetreden in 2019, de goedkeuring door de Commissie werd hetzelfde jaar toegekend in december 2019. Een eerste deel van de Vlaamse steun voor het O&O&I deel werd vastgelegd in 2019 voor 16 miljoen euro, een tweede deel in 2021 voor opnieuw 16 miljoen euro. In 2022 werd geen steun toegekend maar verdere steuntoekenning voor eerste industriële ontplooiing en/of investeringen wordt verwacht in 2023.

IPCEI-waterstof

Waterstof kan een belangrijk bijdrage leveren in de energietransitie en de overgang naar een koolstofarme economie. Het fungeert als energiedrager en kan hierbij het gebruik van hernieuwbare energie faciliteren, het kan omgezet worden naar vloeibare brandstoffen voor een brede toepassing en kan rechtstreeks gebruikt worden in industriële processen zoals bv de aanmaak van proper staal. Door de huidige niet concurrentiële prijs van groene waterstof blijven bedrijven terughoudend voor grote investeringen, toch zijn deze vereist om de transitie van het industrieel weefsel mogelijk te maken. Het IPCEI wenst bij te dragen aan de uitbouw van een industriële waardeketen voor waterstoftransitie en hierdoor bij te dragen aan de evolutie naar een koolstofarme economie.

Het consortium omvat 23 lidstaten: België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slovakije, Finland en Zweden, met coördinatie door Duitsland. Voor België nemen Vlaanderen, Wallonië en de federale overheid deel als steunverlener, Brussel neemt niet deel.

Vlaanderen is toegetreden in 2020, de steun werd vastgelegd in 2022. Een oproep voor ‘expressions of interest’ werd reeds in 2020 gelanceerd. In 2021 werd de doorlichting van de uitgewerkte aanvragen afgerond met een beslissing waarbij 10 projectvoorstellen opgenomen werden als deel van de Vlaamse portfolio.

De prenotificatie bij Europa gebeurde in verschillende golven opgestart in 2021. Wegens een beduidende vertraging in het notificatieproces bij de Europese Commissie heeft Vlaanderen geopteerd om de beslissingen tot steuntoekenning te nemen op voorwaardelijke basis waarbij de steun reeds vastgelegd werd maar de uitbetaling en uitvoering afhankelijk blijft van de finale goedkeuring. De bevestiging dat het project kan doorgaan zoals ingediend blijft afhankelijk van deze goedkeuring door de Europese Commissie die dus een impact blijft hebben op de timing van het Vlaamse traject.

Voor de Vlaamse beslissingen werd in 2022 in totaal 173,08 miljoen euro vastgelegd, waarvan 125 miljoen euro ten laste van het project VV047 in het Vlaamse herstelplan en 48,08 miljoen euro ten laste van het Fonds voor Innoveren en Ondernemen.

De portfolio omvat 9 projecten: Hydrogenics/Cummins, Hyoffwind, Engie-Electrabel (North-C-hydrogen) ArcelorMittal (RecHycle), Power to Methanol, Air Liquide, DATS, Terranova Hydrogen en Aertssen. Voor de Vlaamse beslissingen werd de portfolio opgedeeld in 13 deelprojecten, waarvan 11 gesteund werden ten laste van VV047 en 2 ten laste van het Fonds voor Innoveren en Ondernemen.

Wat de Europese goedkeuring betreft werden de eerste golven Hy2Tech en Hy2Use goedgekeurd in juli en september 2022 en werden een aantal projecten door de Commissie overgedragen naar het CEEAG kader met een individuele notificatie die nog in behandeling is. Hiernaast hebben heel wat projecten geopteerd voor een terugvalpositie onder de bestaande staatssteunregels waarvoor geen goedkeuring door Europa vereist is. Op dit ogenblik is een eindbeslissing uitstaand voor één project.  Voor 8 projecten met een steun van 150,1 miljoen euro is de Vlaamse steun vastgelegd en werd Europese goedkeuring verkregen en/of is deze niet vereist door gebruik van de bestaande staatssteunregels.

Voor de steuntoekenning wordt opgemerkt dat voor één project een tweede vastlegging voorzien is in 2024 geraamd op 5,89 miljoen euro. Dat zou het totaal dan op 178,93 miljoen euro brengen.

Lees verder

IPCEI-Micro-elektronica

Elektronicacomponenten en -systemen (ECS) zijn cruciaal voor innovatie in artificiële intelligentie (AI), telecommunicatie (5G/6G), mobiliteit (connected & autonomous vehicles), energie (smart grid), gezondheid (connected health, health sensing) en de digitale samenleving (cyber physical & data security). Toegang tot elektronicacomponenten en -systemen vormt de hoeksteen van onze digitale maatschappij en toekomstgerichte industrie. Het is van Europees strategisch belang dat de Europese industrie substantieel aanwezig is in de volledige waardeketen, van ontwerp over materialen & processing tot subsystemen. Op heden wordt Europa hier sterk overschaduwd door de VS en Azië.  Het doel van de IPCEI is om de aanwezigheid van deze waardeketen in Europa te versterken. Dit kadert in het concept van strategische autonomie of strategische soevereiniteit.

Het consortium omvat Oostenrijk, Tsjechië, België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Malta, Nederland en Spanje, met coördinatie door DG-connect. Voor België nemen Wallonië en Vlaanderen deel, maar Brussel niet.

Vlaanderen is toegetreden in 2021. De steun aan de Vlaams projecten werd toegekend in 2022. Een oproep voor een expression of interest werd gelanceerd in maart 2021 in twee fasen. Finaal hebben 3 aanvragers een uitgewerkt voorstel ingediend, wat de Vlaamse protfolio vormt.

In 2022 werd werd 15,95 miljoen euro vastgelegd ten laste van VV022 in het Vlaamse herstelplan. De steun werd toegekend aan twee O&O&I op basis van de bestaande staatssteunregels waarvoor geen individuele goedkeuring door Europa vereist is. De portfolio omvat BelGaN en Soitec Belgium.

IPCEI-cloud

Het is voor de Europese Unie van essentieel belang om de komende jaren slimme technologische oplossingen in te voeren om de groeiende hoeveelheid data op een veilige, betrouwbare en veerkrachtige manier te beheren en exploiteren in het belang van de Europese economie, haar ondernemingen, haar overheidsdiensten en al haar burgers. De noodzaak om strategisch te investeren in de volgende generatie Europese Cloud capaciteit is bij verschillende gelegenheden benadrukt, onder meer in de Europese datastrategie, in de conclusies van de Europese Raad van 1-2 oktober 2020 en in de gezamenlijke verklaring van 15 oktober 2020 van de lidstaten over het opbouwen van de volgende generatie van Cloud in Europa. IPCEI-Cloud wenst de lidstaten samen te brengen om een Europese waardeketen te versterken in een domein dat vandaag heel sterk gedomineerd wordt door Amerikaanse bedrijven.

Het consortium omvat Frankrijk, Italië, Slovenië, Polen, België, Nederland, Luxemburg, Spanje, Duitsland, Letland, Tsjechië en Hongarije met gedeelde coördinatie vanuit DG Connect, Duitsland en Frankrijk.  Voor België nemen Vlaanderen en de federale overheid (beleid en ondersteuning -BOSA) deel als steunverlener, maar Brussel en Wallonië niet.

Vlaanderen is toegetreden in 2021. Een oproep voor een expression of interest in twee fasen werd gelanceerd in april 2021. Finaal werd één project opgenomen in de Vlaamse portfolio. De evaluatie werd opgestart in 2022. In geval van positieve evaluatie worden steuntoekenning en vastlegging verwacht in 2023 in een grootteorde van 1,5-2 miljoen euro ten laste van het Fonds voor Innoveren en Ondernemen. De steun zal toegekend worden op basis van de bestaande staatssteunregels waarvoor geen individuele goedkeuring door Europa vereist is.

Lees verder