Onderstaande printversie van het indicatorenboek werd door uw browser gegenereerd, en zal niet steeds optimaal ogen. Via de ingebouwde printfunctie op de website van het Indicatorenboek (ronde knop rechts bovenaan) kan u een printvriendelijke PDF genereren met mooi ogende lay-out.
2.2.6O&O-intensiteit volgens ondernemingsgrootte
De O&O-intensiteiten in termen van uitgaven kunnen voor 2020 en 2021 eveneens volgens ondernemingsgrootte weergegeven worden (Figuur 10a en Figuur 10b). Daar zien we dat vooral de erg kleine ondernemingen, met minder dan 10 werknemers, relatief meer O&O-intensief zijn. Hoewel deze kleine ondernemingen in absolute termen kleine O&O-spelers zijn in vergelijking met de top-50 ondernemingen, zijn ze dus wel intensief met O&O bezig. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het cijfer bekomen voor de O&O-intensiteit van micro ondernemingen (met minder dan 10 werknemers) in 2020 met enige omzichtigheid beschouwd moet worden, gezien het bekomen is met een relatief beperkte steekproef vergeleken met de steekproef van micro ondernemingen die voor 2021 genomen werd. De trend is evenwel gelijkaardig als bij de cijfers voor 2021: de hoogste O&O-intensiteit wordt bekomen bij micro ondernemingen.
De meerderheid van deze micro ondernemingen met relatief hoge O&O-intensiteit zijn hightech dienstenondernemingen. Gemiddeld zijn ze ook jonger: de mediaan van het jaar van oprichting van deze O&O-actieve ondernemingen met minder dan 10 werknemers is 2010 voor de cijfers voor 2020, en 2011 voor de cijfers voor 2021. Voor de overige O&O-actieve ondernemingen is de mediaan van het jaar van oprichting 1993 voor de cijfers voor 2020, en 1994 voor de cijfers voor 2021. Meer dan de helft van de bevraagde ondernemingen uit de sector O&O-diensten (NACE 72) zijn dan ook micro ondernemingen met minder dan 10 werknemers.
Figuur 10a. Uitgaven voor interne O&O in 2020 als percentage van omzet volgens grootte van de onderneming
Figuur 10b. Uitgaven voor interne O&O in 2021 als percentage van omzet volgens grootte van de onderneming
Figuur 11 geeft de uitgaven voor interne O&O in 2021 als percentage van de omzet weer volgens ondernemingsgrootte wanneer ondernemingen geanalyseerd worden op het niveau van de statistische onderneming (en wanneer dus voor een aantal ondernemingsgroepen meerdere entiteiten binnen de groep worden samengenomen en samen worden beschouwd als één entiteit met eigen beslissingsbevoegdheid), in lijn met de rapporteringsvereisten van Eurostat vanaf referentiejaar 2021. De resultaten hiervan zijn vergelijkbaar met die welke we bekomen wanneer we alle entiteiten met eigen ondernemingsnummers apart beschouwen (Figuur 10b).