Onderstaande printversie van het indicatorenboek werd door uw browser gegenereerd, en zal niet steeds optimaal ogen. Via de ingebouwde printfunctie op de website van het Indicatorenboek (ronde knop rechts bovenaan) kan u een printvriendelijke PDF genereren met mooi ogende lay-out.
2.2.5O&O-intensiteit volgens sector
De O&O-intensiteit van de ondernemingen wordt in dit Indicatorenboek bekeken op twee manieren: enerzijds door te kijken naar de verhouding van de uitgaven voor interne O&O ten opzichte van de omzet, anderzijds door te kijken naar het aandeel van het O&O-personeel in het totale personeelsaantal. In dit hoofdstuk kijken we naar de eerste variant. In het hoofdstuk over O&O-personeel kijken we naar de tweede variant. Globaal gezien ligt de verhouding van de uitgaven voor interne O&O ten opzichte van de omzet op 2,35% in 2020 en 2,36% in 2021. Deze cijfers liggen in lijn met die van vorige Indicatorenboeken.
Figuur 7a en Figuur 7b geven de uitgaven voor interne O&O weer als percentage van de omzet volgens O&O-sector (in publicaties van Eurostat gebruikt men hiervoor de term "product field") voor respectievelijk 2020 en 2021. Daaruit blijkt dat in 2020 de sector Informatica/Elektronische en optische producten/Elektronica (NACE 26-27) het meest O&O-intensief is, gevolgd door de sectoren Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen (NACE 59-36, 71) en Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21). In 2021 is de sector Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen (NACE 59-36, 71) het meest O&O-intensief, gevolgd door Informatica/Elektronische en optische producten/Elektronica (NACE 26-27) en Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21). Wanneer we verder inzoomen op de farmaceutische sector (NACE 21) zien we dat de intensiteiten voor deze O&O-sector apart nog hoger zijn: respectievelijk 9,44% en 9,26% voor uitgaven voor interne O&O als percentage van de omzet in 2020 en 2021.
Figuur 7a. Uitgaven voor interne O&O in 2020 als percentage van omzet volgens O&O-sector
Figuur 7b. Uitgaven voor interne O&O in 2021 als percentage van omzet volgens O&O-sector
Figuur 8a en Figuur 8b geven de uitgaven voor interne O&O weer als percentage van de omzet voor respectievelijk 2020 en 2021. Ditmaal werd een indeling volgens sector van de hoofdactiviteit van elke onderneming gehanteerd. Net zoals bij de figuren voor uitgaven voor interne O&O volgens sector (Figuren 1a, 1b, 2a, 2b, en 3), zien we ook hier verschuivingen al naargelang we ondernemingen klasseren volgens de sector van hun O&O-activiteiten ("product field") dan wel de sector van hun hoofdactiviteit.
Voor Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72) stijgt de verhouding van de uitgaven voor interne O&O tot de omzet in 2020 tot ongeveer 13% vergeleken met iets meer dan 8% wanneer we ondernemingen klasseren volgens de sector van hun hoofdactiviteit in plaats van volgens de sector van hun O&O-activiteiten. In 2021 is het verschil groter: wanneer we ondernemingen klasseren volgens de sector van hun hoofdactiviteit is de verhouding van de uitgaven voor interne O&O tot de omzet bijna 17% in vergelijking met iets meer dan 10% wanneer ondernemingen volgens O&O-sector geklasseerd worden. Dit is natuurlijk in de eerste plaats te wijten aan de toevoeging van de groep van ondernemingen met NACE-code 72, die gespecialiseerd zijn in O&O-activiteiten, aan deze bredere groep van hightech diensten. Zoals we eerder al aanhaalden, zijn er heel wat ondernemingsgroepen die hun O&O-activiteiten concentreren in aparte ondernemingen binnen hun groep en waar de O&O-activiteiten de hoofdactiviteit van deze filialen vormen. De O&O-intensiteit van deze gespecialiseerde filialen is uiteraard hoog: nagenoeg hun volledige omzet is gerelateerd aan de O&O-activiteiten die ze doen. Hen toevoegen aan de groep van hightech dienstenondernemingen (Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen, NACE 59-63, 71) in de classificatie volgens de hoofdactiviteit van de ondernemingen, doet dan uiteraard de O&O-intensiteit van deze groep toenemen. In de classificatie volgens O&O-sector1 daarentegen zijn deze ondernemingen die gespecialiseerd zijn in O&O-diensten, ondergebracht bij de sectoren waarvoor zij deze O&O-diensten uitvoeren (vb. O&O ten dienste van de chemische en farmaceutische sector, de voedingsindustrie, informatica- en elektronische producten, ...).
Desalniettemin zien we, ondanks deze verschuivingen, ook in de classificatie volgens de hoofdactiviteit van ondernemingen, dezelfde drie sectoren aan de top inzake O&O-intensiteit: Informatica/Elektronische en optische producten/Elektronica (NACE 26-27), Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21), en Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72). Wanneer we verder inzoomen op de farmaceutische sector (NACE 21) zien we dat de intensiteiten voor deze sector apart nog hoger zijn: respectievelijk 6,61% en 7,07% voor uitgaven voor interne O&O als percentage van de omzet in 2020 en 2021.
Figuur 8a. Uitgaven voor interne O&O in 2020 als percentage van omzet volgens sector van de hoofdactiviteit van de onderneming
Figuur 8b. Uitgaven voor interne O&O in 2021 als percentage van omzet volgens sector van de hoofdactiviteit van de onderneming
Figuur 9 geeft de uitgaven voor interne O&O weer als percentage van de omzet voor 2021 wanneer sectoren toegewezen worden op basis van de hoofdactiviteit van de statistische onderneming (waarbij voor een aantal ondernemingsgroepen de resultaten van meerdere groepsleden samengenomen worden en dus bepaalde nuances in hun groepsstructuur weggelaten worden, bv. in het geval sommige groepsleden louter diensten voor de groep zelf verrichten). Wanneer deze classificatie gehanteerd wordt, worden de verhouding van de uitgaven voor interne O&O tot de omzet in de sectoren Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72), Chemie/Farmaceutische industrie (NACE 20-21), en Informatica/Elektronische en optische producten/Elektronica (NACE 26-27) minder groot, terwijl de verhouding in overige diensten (NACE 49-58, 64-70, 73-99) ietwat stijgt.
Globaal gezien zien we voor statistische ondernemingen grotendeels dezelfde patronen als wanneer we alle ondernemingsnummers afzonderlijk beschouwen. Het feit dat de piek voor uitgaven voor interne O&O als percentage van de omzet voor Productiehuizen/Telecom/ICT/Ingenieurs/Technische testen/O&O (NACE 59-63, 71-72) minder sterk is wanneer we kijken naar statistische ondernemingen komt omdat gespecialiseerde groepsleden opgaan in ondernemingsgroepen en daarbij aan andere sectoren worden toegekend (die van de dominante groepsleden binnen de groep).