Onderstaande printversie van het indicatorenboek werd door uw browser gegenereerd, en zal niet steeds optimaal ogen. Via de ingebouwde printfunctie op de website van het Indicatorenboek (ronde knop rechts bovenaan) kan u een printvriendelijke PDF genereren met mooi ogende lay-out.
3.5.2O&O-personeel volgens ondernemingsgrootte
Figuur 4a en Figuur 4b geven de verdeling weer van de cijfers voor O&O-personeel (in voltijdse equivalenten) voor respectievelijk 2020 en 2021 over verschillende ondernemingsgroottes. We zien dat een groot aandeel van het O&O-personeel tewerkgesteld is bij grote ondernemingen. Het relatieve aandeel van micro ondernemingen, met minder dan 10 werknemers, is enigszins groter in de cijfers voor 2021 dan voor 2020. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de bevraging van micro ondernemingen ook fijnmaziger was in de Vragenlijst Onderzoek & Ontwikkeling (die kalenderjaar 2021 bevroeg) dan in de Innovatievragenlijst (die de O&O-cijfers van kalenderjaar 2020bevroeg). In de Vragenlijst Onderzoek & Ontwikkeling werd meer moeite gedaan om nieuwe O&O-actieve micro ondernemingen te detecteren.
Wanneer we vergelijken met de verdeling van de uitgaven voor interne O&O bij de ondernemingen in Vlaanderen volgens ondernemingsgrootte, zien we dat O&O meer kapitaalintensief is bij de grotere ondernemingen. De gemiddelde uitgaven voor interne O&O per O&O-medewerker zijn bij de grootste ondernemingen (500 personeelsleden of meer) nagenoeg dubbel zo hoog vergeleken met die van micro-ondernemingen (met 0-9 personeelsleden) en kleine ondernemingen (met 10-49 personeelsleden).
Figuur 4a. O&O-personeel in 2020 volgens grootte van de onderneming
Figuur 4b. O&O-personeel in 2021 volgens grootte van de onderneming
Figuur 5 geeft de verdeling weer van het O&O-personeel in 2021 over verschillende ondernemingsgroottes wanneer ondernemingen geanalyseerd worden op het niveau van de statistische onderneming (en wanneer dus voor een aantal ondernemingsgroepen meerdere entiteiten binnen de groep worden samengenomen en samen worden beschouwd als één entiteit met eigen beslissingsbevoegdheid). De resultaten hiervan zijn vergelijkbaar met die welke we bekomen wanneer we alle entiteiten met eigen ondernemingsnummers apart beschouwen (Figuur 4b). Het is niet zo verwonderlijk dat bij rapportering op een meer geaggregeerd niveau (wanneer we werken met statistische ondernemingen) de aandelen van grote en middelgrote ondernemingen toenemen ten koste van de aandelen van kleine en micro ondernemingen, maar deze verschuiving is vrij klein. Werken met statistische ondernemingen in plaats van alle ondernemingsnummers afzonderlijk heeft voor rapportering van O&O-personeel in Vlaanderen in 2021 volgens ondernemingsgrootte dus nauwelijks een invloed.